2.6.2 Origo en insertie
Een skeletspier heeft altijd een origo, spierbuik en insertie. De origo en insertie zijn de plaatsen op het skelet waar de spieren door middel van pezen hun aanhechting hebben op bot(ten). Een algemene stelregel is dat de origo het aanhechtingspunt is op het onbeweeglijke botstuk en de insertie de aanhechting is op het beweeglijke botstuk. Bij bijvoorbeeld de m. biceps brachii zit de origo aan de os scapula en de insertie is aan de os radius. Tevens kunnen we in bijna alle gevallen zeggen dat de origo van een spier het meest centraal gelegen is in het lichaam en insertie verder van het centrum af gelegen is.
In de bovenstaande tabel zie je de spieren afzonderlijk beschreven met de origo, de insertie en de functies. Om je niet te verwarren, hebben we steeds alleen het bot aangegeven waar de spier op aanhecht en niet het exacte botpunt. Het is niet van belang deze botpunten te kennen. Elk botpunt kent namelijk ook weer zijn eigen naam. Hier maak je als fitnesstrainer niet of nauwelijks gebruik van. Ook worden steeds alleen de fitnessgerelateerde functies van de spier aangegeven.
Bij elke spier staat een oefening waarmee je de spier zou kunnen trainen. Dat wil niet zeggen dat dit de enige manier is. De spier is vaak op meer manieren te trainen. We mogen ook niet vergeten te melden dat je met bijna elke oefening ook een andere spier of spiergroep aanspreekt. In de meeste gevallen is de spier die wordt aangegeven de hoofdspier (agonist) die wordt aangesproken met die oefening.