Hoofdstuk 4 | Coaching en klantbegeleiding

Inleiding

Als fitnesstrainer help jij mensen hun doel te bereiken. Je bent al bekend met SMART; volgens dit model moet een doel Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. Het sleutelwoord om een uitdagende doelstelling te realiseren is gedragsverandering. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk komen een viertal modellen aan bod die kunnen helpen jouw coaching omtrent gedragsverandering te verbeteren.

In deze proefles behandelen we één model uit dit hoofdstuk: De leercirkel.

4.3.3 De leercirkel

Bij het aanleren van nieuwe vaardigheden kun je denken aan nieuwe technische oefenvormen en praktische handvatten die de klant in het algemeen dagelijks leven kan toepassen.

Uiteindelijk gaat het om een combinatie van theoretische kennis en praktische vaardigheden en inzichten omtrent de attitude die je de klant dient aan te leren. Om dit effectief aan te leren is het van belang te weten in welke ‘fase’ van het leerproces een klant zich bevindt. Dit lichten we toe aan de hand van de zogenoemde leercirkel: een model die het leerproces beschrijft aan de hand van vier opeenvolgende fasen, waarbij bewustwording van het kunnen een hoofdrol speelt (afbeelding 7).

Fase 1: Onbewust onbekwaam. Je bent je er niet bewust van dat je iets niet kunt. Dit geldt vaak voor dingen die je nog nooit hebt gedaan of geprobeerd, of waar je geen weet van hebt.

Fase 2: Bewust onbekwaam. Tijdens het onderzoek naar nieuwe dingen kom je erachter dat je iets niet kunt. Je wilt het gaan leren en je weet dat dit niet vanzelf gaat. Je hebt hier hulp bij nodig, bijvoorbeeld door een opleiding of training te volgen en/of te gaan oefenen.

Fase 3: Bewust bekwaam. Je hebt iets nieuws geleerd en je bent je ervan bewust dat je dat nu kunt. Maar je moet je hoofd er wel bij houden. Deze fase is lastig, want het uitvoeren kost energie en je moet je inspannen om geen fouten te maken.

Fase 4: Onbewust bekwaam. Door het toepassen en het vele oefenen heb jij je de vaardigheid eigen gemaakt. De vaardigheid is een automatisme geworden. Je staat er niet meer bij stil dat je het kunt, want het gaat eigenlijk vanzelf.

 

 

Een zwemmer heeft een nieuwe zwemtechniek aangeleerd, maar hij/zij moet zich nog wel veel inspannen en oefenen voordat deze techniek een automatisme wordt. Dit is een voorbeeld van: