Hoofdstuk 5 | Water
Het lichaam van een volwassen persoon bestaat voor meer dan de helft uit vocht. Voor vrouwen ligt dat percentage gemiddeld op 52% en voor mannen op 63%. De hoeveelheid vocht is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid vetmassa. In vetweefsel wordt geen vocht opgeslagen. Vrouwen hebben daarom ook procentueel wat minder vocht dan mannen in hun lichaam. Een pasgeboren baby kan wel tot 75% uit vocht bestaan.
Vocht, water, in het lichaam bevindt zich in de cellen maar ook daarbuiten. Het heeft een aantal belangrijke functies. Water houdt het lichaam op temperatuur, helpt de bloeddruk op peil houden, is een bouwstof voor cellen en het vervoert alle stoffen, waaronder gifstoffen, door en uit het lichaam. Om die reden is het erg belangrijk de vochtbalans in het lichaam optimaal te houden.
Vochtinname per dag
Hoeveel vocht van buitenaf is nodig op een dag? Gemiddeld dient een vrouw zo’n 2,7 liter per dag aan vocht binnen te krijgen en een man iets meer, namelijk 3,2 liter. Een deel daarvan, circa één liter, wordt verkregen uit voeding, dat wil dus zeggen dat nog ruim anderhalve liter per dag gedronken moet worden. Mannen iets meer, maar die zullen ook meer eten dus daar al meer vocht uit halen.
Bij extreem sporten is het goed voor en na de inspanning te wegen, daaraan kan afgelezen worden hoeveel vocht verloren is en zal moeten worden bijgevuld. Verder kan men aan de hand van kleur en geur van urine beoordelen of voldoende vocht aanwezig is. Donkere, sterk ruikende urine kan een teken zijn van vochttekort.