Hoofdstuk 2 | Sequencing

2.1 Inleiding

Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen, is het vinyasa lessysteem een open lessysteem, omdat er niet gewerkt wordt met een vaste serie van houdingen. Dit geeft jou als docent meerdere mogelijkheden, aangezien je je eigen serie maakt. Je kan een thema aan een les geven, elke keer een nieuwe of ander soort choreografie (sequence) maken of naar een bepaalde houding toewerken (peak pose). Zo kun je je eigen creativiteit en persoonlijkheid in je les kwijt.

Een sequence is een soort choreografie van houdingen met een logisch opbouw en vloeiende overgangen. Als je een sequence maakt, is het belangrijk dat je werkt met houdingen die dezelfde fundering hebben. Dit leidt tot een beter begrip van de lesopbouw, vinyasa krama, en zal tevens de essentie van de verschillende houdingen duidelijker weergeven. Daarnaast help je hiermee jouw deelnemers hun eigen lichaam beter te leren kennen, lichaamsbesef te ontwikkelen en eigen verantwoordelijkheid te nemen wat wel en niet kan (op dat moment). Daarmee kunnen ze steeds beter aanpassingen maken om een houding intensiever te maken.

De verschillende punten/onderdelen waarop je variatie aan kunt brengen in een les zijn:

  1. Thema, intentie
  2. Fysiek thema, peak pose
  3. Homebase
  4. Vinyasa Krama
  5. Houdingen
  6. Ritme, tempowisselingen
  7. Aantal ademhalingen
  8. Hoeveel houdingen ‘plak’ je achter elkaar, dus houdingsets
  9. Variaties in de houdingen (pulseren, mini- of ritmische-vinyasa’s)
  10. Aantal vinyasa’s en tussen welke houdingen
  11. Muziek

In deze proefles behandelen we de onderdelen; Fysiek thema en peak pose, Vinyasa Krama, variaties in de houdingen, en muziek.