Deel 3 | Meridiaansysteem

3.1 Inleiding

We hebben hiervoor al even kort besproken wat meridianen zijn en waar ze voor dienen.

Door elke meridiaan stroomt Chi diep in het lichaam door één of meerdere organen, maar de meridianen bevinden zich ook onder de huid (oppervlakkige meridianen) en in het bindweefsel in de spieren (myofascie). De oppervlakkige meridianen kunnen onder andere gestimuleerd worden door accupunctuur, acupressuur of yoga. De diepere meridianen zijn lastiger te stimuleren maar kunnen middels meditatie en ademhalingsoefeningen bereikt worden. In deze opleiding zal de focus liggen op de oppervlakkigere en myofasciale meridianen. Door het beoefenen van de yogahoudingen kunnen we meridianen zuiveren en stimuleren.

Elke levende cel bevat Chi. De cellen staan energie af aan de omgeving. Samen met de energie die we van de aarde, uit onze voeding en ademhaling krijgen worden diepe en ondiepe kanalen gevormd, dit zijn de meridianen waardoor Chi door ons lichaam stroomt. De meridianen zijn echter niet tastbaar of zichtbaar.

3.2 Meridianen

Er zijn twaalf hoofdmeridianen. Daarnaast zijn er nog andere meridianen die dieper in het lichaam liggen en functioneren als een opslagplaats voor Chi.

Van de twaalf meridianen zijn er tien naar organen vernoemd. Daarnaast is er ook nog een meridiaan genoemd naar het pericardium, het hartzakje. Dit is een taai, ondoorzichtig vliesachtig zakje in de borstholte, waarin het hart zich bevindt.

De meridianen worden ingedeeld in zes meridiaanparen. De paren worden gemaakt op basis van een gezamenlijke fysieke, emotionele en spirituele functie.

  • Long (Yin) – Dikke darm (Yang)
  • Maag (Yang) – Milt (Yin)
  • Hart (Yin) – Dunne darm (Yang)
  • Blaas (Yang) – Nier (Yin)
  • Pericardium (Yin) – Drievoudige verwarmer (Yang)
  • Galblaas (Yang) – Lever (Yin)